Achter de schermen
Dit jaar biedt Bospop wat extraatjes. Zo ligt naast het hoofdveld een gebied dat omgedoopt is tot Crossroads Area, waar je een expositie kunt zien van het popwerk van Brian Griffin. Deze naam herkende ik meteen en dat komt eerlijk gezegd omdat een personage uit de animatieserie Family Guy zo heet. Daar is Brian Griffin een pratende witte hond en naar mijn smaak – naast zoon Stewie – misschien wel het meest intelligente lid van de familie Griffin. Maar er bestaat dus nóg een Brian Griffin. Hij is de man van de foto achter de artiest, de man die hiermee vaak het imago van muzikanten weet te bepalen. Sinds de jaren zeventig is hij een veelgevraagd fotograaf voor hoezen van popalbums en -singles. Enkele namen? Echo and The Bunnymen (op BP04), Brian Ferry (met Roxy Music op BP06), Kim Wilde (BP07), Elvis Costello (BP16) en Iggy Pop (BP19?). En hij maakte ook volop foto’s van en voor artiesten die op deze editie van Bospop staan: Simple Minds, Billy Idol, Paul Carrack en John Hiatt. Met een biertje in de hand krijg ik op vrijdagavond de kans om met Brian Griffin te spreken. ‘Great band,’ is het eerste wat hij tegen me zegt, wijzend op mijn Wilco-shirt. Een geestverwant dus. Dat helpt altijd. Ik krijg een kijkje in de keuken voorgeschoteld van deze masterchef van de popfotografie. Brexit of niet, je gooit er bij Brian een euro in en er komt voor een tientje aan verhalen uit. Voordat we het in de gaten hebben zijn we een biertje verder. Nadat ik hem van mijn column over Riding with the King verteld heb, begint hij enthousiast uit te leggen hoe deze foto tot stand is gekomen, van wie de motor is waar Hiatt tegenaan leunt en dat hij bij een spoorwegovergang is gemaakt, waar een voorbij rijdende trein een speciaal effect oplevert. En ondanks de imposante lijst aan artiesten waarvoor hij de hoezen heeft gemaakt praten we ineens over de bands waarvan hij het jammer vind dat hij daar niet mee heeft kunnen werken: Joy Division, New Order… En dat hij Talk Talk meer dan interessant vond, maar daar nooit een hoes voor heeft mogen maken. Het is de scheppingsdrang van kunstenaars, steevast op zoek naar de dingen die nog gedaan hadden kunnen – of is het: moeten? – worden.
Zonder dat je het in de gaten hebt staat misschien een hoes van Brian Griffin in je CD- of platenkast. Zelf kwam ik er pas later achter dat juist Griffin de foto heeft gemaakt van Look Sharp, het debuutalbum van Joe Jackson (BP06). Op de zwart-witte hoes zie je twee strakke witte schoenen, fraai belicht terwijl de broek en de omgeving wegvallen in de schaduw. Eenvoudig maar zeer doeltreffend, zoals ook Griffin zelf toegeeft: ‘Ik vroeg Joe om in het zonlicht te gaan staan. Ik nam mijn camera en drukte op de sluiterknop. Dit is verreweg de gemakkelijkste en bekendste albumhoes die ik ooit heb gemaakt’. Dus heb je een hoes van Griffin in huis, neem hem vooral mee naar Bospop, want de fotograaf zal deze met plezier signeren.
Na zo’n gesprek met Griffin zou ik haast vergeten dat de vrijdagmiddag met een ander extraatje begon, namelijk voor een groep mantelzorgers. Met al zijn vrijwilligers is Bospop sinds jaar en dag diep geworteld in het lokale verenigingsleven. Samen met Bospop organiseerde het Steunpunt Mantelzorg uit Weert nu een kijkje achter de schermen. Zo konden we over het lege terrein lopen, nog voordat de poorten officieel open gingen. Het reilen en zeilen van Bospop werd haarfijn uitgelegd aan onze mantelzorgers, die zelf altijd belangeloos klaar staan om hun naasten te helpen, zonder dat er een beroemde fotograaf klaarstaat om daar een kunstzinnig portret van te maken. Een mooi voorbeeld dat een sprankje van het DNA laat zien dat Bospop zo speciaal maakt.
Paul Sterk
Zaterdagochtend 14 juli 2018